Het project start met een spetterende trailer die de leerlingen warm maakt voor het project. De teams verzinnen zelf een naam voor hun land en dan kan het project van start! We beginnen direct met het eerste verdienspel. De Globa’s die hiermee worden verdiend, vormen de economie van het land in de eerste spelronde.

De verdienspellen hebben creatieve werkvormen als muziek, quiz, theater en minigames, en gaan over boeiende thema’s als mensenrechten, stille rampen en oneerlijke handel. Spelelementen, creatieve componenten, minipresentaties en nabesprekingen wisselen elkaar af. Flitsende uitlegfilms en enthousiaste begeleiders leiden de klassen door alle spellen heen.

Na elk verdienspel verandert de rol van de teamleden van burgers naar regeringsleiders. Over de verdiende Globa’s heffen ze belasting om tot een overheidsbudget te komen. Hiermee kunnen ze ministeries financieren. Ook kan er worden samengewerkt met andere landen. De landen staan er bij de start slecht voor, dus er is veel werk aan de winkel!



Na iedere ronde veranderen de situaties in de landen en zien de teams de effecten van hun keuzes. Hoe tevreden zijn de burgers over de hoogte van de belasting? Hoe ontwikkelen de gezondheidszorg, infrastructuur en het onderwijs zich? En krijgt de economie te maken met krimp door een tekort aan goed opgeleid personeel, of met een boost door investeringen in het wegennet?

Hoe beter het land wordt bestuurd, hoe meer punten de teams scoren. Deze bepalen hun plek op de ranglijst. De tussenstand is te bekijken in het ‘commandocentrum’, het kloppende hart van het project. Hier zit de organisatie en kan iedereen terecht met vragen. Na 4 spelrondes wordt de eindstand opgemaakt en worden leuke prijzen uitgereikt aan de winnaars.