GOING LOCAL


Na een warme nacht met een flinke regenbui staat er versgebakken brood met een gebakken ei voor ons klaar. Na het ontbijt nemen we plaats in de trainingszaal en stond ons een taal- en cultuurles van onze lokale gids Jasper te wachten.


‘Hoe komen mensen hier eigenlijk aan water?’ ‘Hoeveel talen spreekt u?’ ‘Hoe laat staan mensen hier op?’ ‘Hoe was het hier tijdens Covid?’ Jasper krijgt een heus vragenvuur van de reizigers. Tijdens zijn taal- en cultuurles bereidt hij ons voor op het verblijf in de gastgezinnen. Het grootste verschil tussen Nederland en Ghana is volgens Jasper goed te begrijpen met het volgende Ghanese gezegde: ‘Als we bij de rivier komen dan gaan we wel bedenken hoe we erover heen gaan’. In Ghana wordt bijna niks gepland, dat is wel wat anders dan de stipte afspraken die we in Nederland gewend zijn. Met kriebels in onze buik van de spanning nemen we zoveel mogelijk tips in ons op. 


Dan is het ineens al zover: de buddy’s arriveren! ‘Yi maraaba’ roepen we als onze Ghanese buddy’s er zijn, dit betekent ‘jullie zijn welkom’. De buddy’s breken meteen het ijs tijdens het oefenen van onze namen. Lotte wordt Loeta, Denise heet Deniesje en ga zo maar door. Aan de uitspraak moet nog wat gewerkt worden. We spelen allerlei kennismakingsspelletjes en aan het einde stellen de buddy’s de reizigers aan de groep voor en andersom. Tijdens de lunch raken we haast niet uitgepraat en zo hebben we elkaar in korte tijd al best goed leren kennen. 


Na de lunch is het tijd voor het bezoek aan de markt in Tamale. We stappen niet op de fiets of scooter zoals we in Krommenie gewend zijn, maar gaan samen met onze buddy’s in yellow-yellows. ‘Dit was echt het hoogtepunt van mijn dag’, vertelt Quinty later die avond. De markt heeft wat weg van een doolhof: hij is wel een kilometer lang én breed en heeft allerlei kleine straatjes. Gelukkig weten de Ghanese buddy’s precies de weg en is ons mandje al gauw gevuld met ingrediënten voor jollof, een traditioneel gerecht. Naast het verzamelen van de ingrediënten kregen de groepjes ook een lijst aan challenges mee. De jongens gaan álle challenges die ze hebben gekregen aan. Lokale dansjes doen, boodschappen tillen op hun hoofd, het is allemaal gelukt!


Dan is het moment aangebroken om naar het dorp van onze lokale buddy’s te gaan en onze gastgezinnen te ontmoeten. Na een hobbelig ritje in de bus, of voor Kick, Milan, Jelmer en Luca achterin de pick-up, is het toch wel even schrikken voor sommigen bij aankomst. De hutjes zijn gemaakt van modder en er lopen zomaar allemaal kippen en geiten rond. Onze buddy’s laten meteen hun eigen woning zien: ons huis voor de komende nachten. We worden niet alleen door onze gastgezinnen welkom geheten: zo’n beetje alle kinderen uit het dorp komen naar ons toe. ‘What’s your name?’ De meiden spelen handje klap en Nica huppelt zelfs met de kids door het dorp. 


Vanavond eten we op Ghanese wijze. Op het menu staan rijstballen met pindasaus en die eet je niet met bestek maar met je handen! Vanavond gaan we de eerste nacht bij onze gastgezinnen slapen en morgen gaan we een nieuwe uitdaging aan: het loslaten van een planning. De buddy’s zullen ons op sleeptouw nemen in hun dagelijks leven en we laten ons verrassen!